Bodemopbouw en landschap
Binnenstad: afval en ophoging
In de historische stadskern, binnen de Spuihaven, is door de eeuwen heen een zeer dik pakket grond met archeologische waarden opgebouwd op het oorspronkelijke (natuurlijke) veen. Dit pakket bestaat uit afval (mest, slachtafval en resten van gebruiksvoorwerpen), grond van elders uit de stad waarmee is opgehoogd en niet weggehaalde (funderingen van) bouwwerken. Plaatselijk is dit pakket zelfs 8 meter dik. Op deze diepte ligt de oorsprong van het middeleeuwse Dordrecht. Oudere sporen bevinden zich uiteraard op nog grotere diepte.
Een meer dan 4 meter dik pakket stadsafval– en ophogingslagen onder de Grote Markt, 2005.
Ophogingen in de binnenstad van Dordrecht: Tolbrugstraat-waterzijde tussen 1968 en 1971.
Buitengebied: Sint Elisabethsvloed en Merwededek
In het grote gebied buiten de Spuihaven is het middeleeuwse en oudere landschap helemaal niet meer herkenbaar of zichtbaar: sinds de St. Elisabethsvloed van 1421 ligt het bedekt en beschermd onder een minimaal 70 cm dik gelaagd pakket rivierafzettingen, het zogenoemde 'Merwededek'. Dit pakket kan plaatselijk zelfs metersdik zijn. In het Merwededek zelf bevinden zich geen archeologische waarden. In uitzonderlijke gevallen wordt tussen het Merwededek en het veen nog een laagje (kom)klei aangetroffen, dat soms ploegsporen laat zien. Dit land was in de middeleeuwen in gebruik als landbouw- en weidegrond, maar in deze lage delen stonden geen huizen: die stonden op de hogere oeverwallen langs de rivieren. Door erosie (niet in de laatst plaats door het effect van de St. Elisabethsvloed) kan deze kleilaag echter ook helemaal verdwenen zijn.
Een bijna 1,5 meter dik Merwededek. Dit dek bestaat uit een duidelijk gelaagd zand-kleipakket, afgezet door de rivier de Merwede. Het is hier direct op het onderliggende donkere veen afgezet (geen komklei aanwezig).
In middeleeuwse ontginningssloten en rivierbeddingen wordt regelmatig een zandlaagje aangetroffen met jonge brakwaterkokkels. Dit is een aanwijzing voor de Sint Elisabethsvloed van 1421, waarbij het zeewater doordrong tot aan het Land van Heusden en Altena.
Polderlandschap: maaiveld en bouwvoor
Het nu zichtbare polderlandschap dateert van na 1600: in 1603 wordt na voldoende aanslibbing vanuit de rivieren als eerste de Oud Dubbeldamse polder omdijkt. De jongste polder is de polder De Biesbosch uit 1927. Het huidige polderlandschap is zeker geen spiegel van het verdronken middeleeuwse en oudere landschap.
Prehistorisch landschap: pleistoceen zand en funderingspalen
Over dit oudste landschap en haar bewoners is in Dordrecht vrijwel niets bekend. De reden hiervoor is dat dit landschap op een diepte ligt die vrijwel nooit door ontgravingen wordt bereikt: circa 8 meter beneden maaiveld in het zuiden tot circa 14 meter beneden maaiveld in het noorden van de gemeente.
Bij nieuwbouw van enige omvang worden tegenwoordig alle funderingspalen aangebracht tot in het stevige pleistocene zand. Mogelijk worden hierbij aanwezige archeologische waarden verstoord, maar archeologisch onderzoek op deze diepte is zeer moeilijk uitvoerbaar en de mate van verstoring door heipalen in de regel gering.