De archeologische monumentenzorg in de Erfgoedwet
Per 1 januari 2016 zal de nieuwe Erfgoedwet in werking treden. Deze vervangt de huidige opgravingsvergunning door een stelsel van wettelijk geregelde certificering voor het verrichten van opgravingen. Daarnaast komt er een expliciete bescherming van het maritieme archeologische erfgoed.
Certificering in plaats van opgravingsvergunning
Het bestaande stelsel verandert op een aantal punten, maar blijft verder grotendeels in stand. De Erfgoedwet vervangt de huidige opgravingsvergunning van de Minister van OCW door een certificaat. Dat moet garanderen dat opgravingen volgens de wettelijke norm op professionele wijze worden uitgevoerd.
De Erfgoedwet en de Omgevingswet
De Erfgoedwet vormt samen met de Omgevingswet het wettelijke fundament voor de archeologie in Nederland. Onderdelen van de huidige Monumentenwet over archeologie worden overgeheveld naar de Omgevingswet. Voorbeelden daarvan zijn de verplichting om rekening te houden met archeologie bij het opstellen van bestemmingsplannen (straks omgevingsplannen) en de vergunningverlening voor het verstoren van archeologische rijksmonumenten. Op dit moment geeft de Minister van OCW deze vergunning af. In de nieuwe situatie wordt het college van burgemeesters en wethouders de vergunningverlener, maar houdt de Minister van OCW wel een adviesrol en een instemmingsrecht. De vuistregel voor de verdeling tussen beide wetten is: het certificeringsstelsel en de aanwijzing van archeologische rijksmonumenten in de Erfgoedwet en omgang met archeologie in de fysieke leefomgeving in de Omgevingswet.
Meer weten? Lees dan het hoofdstuk over de archeologische monumentenzorg in de Erfgoedwet 2016.